Description
Jaarlijks worden in Nederland ongeveer 100 kinderen doof geboren of zij worden doof voor het derde levensjaar. Deze kinderen noemt men ‘prelinguaal doof’. Dat wil zeggen: zij worden doof voordat zij zich een taal eigen gemaakt hebben. Natuurlijk kunnen deze kinderen wel een visuele taal leren: gebarentaal. Het doof zijn hindert deze kinderen eigenlijk niet in de verwerving van een taal. De term ‘prelinguaal doof’ lijkt dus niet correct te zijn.
Horende ouders die hun dove kinderen optimaal willen opvoeden moeten erkennen dat zij niet genoeg weten van doofzijn en van gebarentaal, daarom zullen ze (deskundige) hulp moeten inschakelen uit de Dovengemeenschap. Het is voor deze horende ouders noodzakelijk om te accepteren dat een doof kind recht heeft op erkenning van zijn doofzijn en op ouders die zich op zijn behoeften richten in plaats van dat ze van het kind eisen dat het zich aanpast aan de ‘gewone’ horende wereld. Die erkenning van het doofzijn biedt het kind betere kansen op een optimale ontwikkeling op cognitief en sociaal gebied.
Door deze schets van een andere pedagogiek duidt Corrie Tijsseling aan waar het dovenonderwijs en de hulpverlening aan dove kinderen aanzienlijk verbeterd kan worden. Ook neemt ze de mening van de Dovengemeenschap betreffende de kwestie onder de loep. Kortom: dit boek biedt u een geheel nieuwe visie op doof zijn!
Dit boek is geschikt voor studenten dovenstudies, ouders van dove kinderen en anderen die geïnteresseerd zijn in de dovenproblematiek
Corrie Tijsseling studeerde Theoretische en Historische pedagogiek aan de Universiteit van Utrecht. Ze is nu bezig met haar promotieonderzoek betreffende hetzelfde onderwerp. Corrie Tijsseling is doof
Met een inleiding door Dr. Piet van der Ploeg, hoofddocent Algemene Pedagogiek Universiteit Utrecht.
Bestellen
Stuur een e-mail om een exemplaar te bestellen bij Van Tricht uitgeverij.